Nog nooit heb ik leven en dood zo dicht bij elkaar gezien. Bijna in elkaar verweven, enkel 50 meter van elkaar verwijderd en gescheiden door één trap. Toen ik dacht dat Dehli een gekkenhuis was, had ik Varanassi nog niet gezien. Dehli 2.0.
Via Agra, daar waar de Taj Mahal te bewonderen is, belandde ik in Varanasi. Varanasi is bekend omdat het aan de heilige rivier de Ganges ligt. En heilig betekent dat mensen zich wassen in de rivier, trouwen aan de rivier, de was doen in de rivier, kinderen dopen in de rivier, maar ook overleden familieleden verbranden en achterlaten in de rivier. En dat laatste maakt Varanasi zo afschuwelijk en bijzonder tegelijk.
Toen ik op terugweg was richting het hotel, vanaf de beste Lassi-tent van Varanasi, werd ik achtervolgd door 6 mannen die een ‘versierd’ lijk op hun schouders droegen. Uit respect stopte ik om hen te laten passeren. Terwijl ze passeerden vroeg een in een wit geklede drager of ik de uitvaart wilde bijwonen. Ik had geen seconde bedenktijd omdat een claxonnerende scooter wilde passeren. En zo stond ik 10 minuten later in de rook en het stof te kijken naar een brandend lijk. Erg confronterend, maar tegelijk erg waardevol voor de familie om een vreemdeling dit ritueel te laten ervaren. Dit gaat me mijn hele leven bij blijven.
Een groter contrast qua water en situatie bestaat niet, want momenteel lig ik aan het strand in Goa een kokosnoot leeg te slurpen. Ik ben hier nu zo’n 8 dagen en kan wel spreken van een geslaagde ‘strandvakantie’. Ik slaap namelijk in een beachhut 10 meter van het strand verwijderd. Iets wat erg handig is tijdens Holi, het hindoeïstische feest dat hier groots werd gevierd en waarbij je elk half uur een andere kleur bent.
Tijdens Holi wordt er met gekleurde ‘verf’ op elkaar gegooid om op die manier verschillende hindoeïstische gebeurtenissen te vieren. Klinkt erg leuk totdat je de volgende ochtend wakker wordt in een groen bed met paarse oren en een regenboog hoofd. Drie dagen later was m’n haar nog steeds niet schoon dus besloot ik om een Indische kapper te bezoeken. Voor 200 rupees (€ 2,70) kreeg ik een kort kapsel en een massage, ik was weer schoon van Holi!
Voor 150 rupees extra huur je hier in Goa een scooter voor een dag. Iets wat ik deed terwijl het 42 graden was. Ter verkoeling kwam ik aan op Cola Beach. Een plek waar de ruige zee aan de ene kant en een blauw meertje aan de andere kant zorgt voor een afgelegen plek wat onontdekt is. Schitterend, verkoelend en een perfecte voorbereiding op de komende avontuurlijke en back-to-basic maanden.
Een andere bijzondere ervaring was het bezoek aan de Taj Mahal in Agra. Een wereldwonder dat terecht zo genoemd mag worden. Ik was hier als een van de eersten ’s morgensvroeg wat zorgde voor een aantal waanzinnige foto’s. Want wat een details en wat een pracht. En dat alles met de hand gedaan.
Iets minder prachtig was de laatste nachttrein. Deze besloot om 3 uur lang stil te staan midden op het spoor, zonder enige reden. Uit verveling klom ik uit de trein en liet aan zo’n 40 Indiase cricketfans enkele voetbaltrucs zien. Nog nooit heb ik de locals zo uit hun dank zien gaan. Dus mocht je ergens een spetterend filmpje zien opduiken van een voetballende Nederlander op Indische treinrails, that’s me!
Over twee dagen zal ik Goa verlaten om naar Calcutta te reizen. Hier zal ik twee weken rondtrekken door de jungle. Toeval wil dat ik m’n Happiness Project boek heb geruild voor een boek van Bear Grills, dus dat moet goed komen.
Achteraf ben ik de Indische familie erg dankbaar dat ze mij de uitvaart ervaring gunden. Het heeft me namelijk flink aan het denken gezet. Mocht ik in dit grote avontuur twijfelen om iets wel of niet te doen, dan ga ik het zeker wél doen. Nu ben ik namelijk hier, nu kan het en misschien ziet de wereld er morgen heel anders uit.
(Als dat geen mooie afsluiter is, dan weet ik het ook niet meer!)